Met Clyde Best gaat alles goed

Gepubliceerd op 18 mei 2022 om 16:13

Het gaat goed met Clyde Best (71), hij zegt het zelf vanuit zijn huis in Hamilton, de hoofdstad van Bermuda. En zijn geheugen is nog uitstekend. De ene naam na de andere rolt gemakkelijk van zijn tong als hij terugdenkt aan het seizoen 1977/78 toen hij 23 Eredivisie-wedstrijden lang spits van Feyenoord was.

"Die Deense winger van Feyenoord, Kristensen, wat een geweldige voetballer was dat! Ik zag hem toen Feyenoord voor de Europa Cup tegen Tottenham Hotspur speelde. Ik stond in die tijd onder contract bij West Ham United. Kristensen was mijn favoriet. Een zeer goede dribbelaar, een tovenaar op de vleugel, een wizzard. Door Kristensen ben ik meer op Feyenoord gaan letten. Het Nederlandse voetbal kende ik natuurlijk wel. Ik kwam in 1968 op mijn zeventiende naar Londen, in de jaren daarna was Nederland toonaangevend in Europa. Ik heb altijd van jullie voetbal gehouden. Technisch verzorgd, aanvallend ook. Een doelpunt willen maken, dat sprak me zeer aan.

Feyenoord kende ik dus toen ik in 1977 het verzoek kreeg om naar Rotterdam te komen. West Ham had me ondergebracht bij Portland Timbers in de Verenigde Staten en leende me vervolgens uit aan Feyenoord. De gloriejaren waren wel zo'n beetje voorbij. Willem van Hanegem was naar AZ Alkmaar en de door mij bewonderde Kristensen was ook al weg. Wim Rijsbergen was er nog wel. En Wim Jansen! Wat een fantastische man was dat. Hij reed mij en mijn gezin rond in die eerste weken dat we in Rotterdam waren en de weg niet wisten. Zo'n lieve man en zo bescheiden. Is hij overleden? Och, wat triest. Wil je mijn condoleances overbrengen aan de familie van Wim?

Het klopt dat we geen goed jaar hadden in 1977/78. We werden tiende. De eerste helft van het seizoen ging het nog wel, maar in de tweede helft wonnen we bijna nooit. We waren helemaal op. De trainer, Boskov, liet ons veel te hard trainen, we waren na de winterstop volledig uitgeput, kregen niet één been meer voor het andere. Nico Jansen was een van onze spitsen, hij kreeg op een gegeven moment ruzie met Boskov en daarna hebben we hem niet meer gezien. Ik kwam zelf ook niet helemaal uit de verf (23 duels met 3 doelpunten en 6 assists, red.), dat klopt. Maar toch heb ik geweldig genoten van mijn tijd in Rotterdam. Mijn dochter, die toen een jaar of zestien was, spreekt zelfs nu nog een beetje Nederlands. Gerard van der Lem, Dickie Schneider, de jonge Bennie Wijnstekers met wie ik veel optrok, Harry Melis, Michel van de Korput en dat jonge talent Stanley, ja kom, hoe heet-ie ook alweer... Brard, inderdaad. En de fysiotherapeut, Gerard Meijer. Hoe is het met hem? Wil je hem van mij de hartelijke groeten doen? Een fantastische man!

Er waren in mijn tijd niet of nauwelijks zwarte spelers in de Eredivisie. In Engeland was ik een van de eersten en kreeg ik te maken met veel racisme. De Surinaamse generatie van Ruud Gullit en Frank Rijkaard kwam na mij. Als ik me goed herinner zat Gullit bij Haarlem op de reservebank toen wij tegen hen speelden. Volgens mij hebben we zelfs nog even met elkaar gepraat, maar dat weet ik niet meer helemaal zeker. 

Ik was gehuurd en Feyenoord had me na dat ene seizoen niet meer nodig, dus ik ging weer naar Portland. Daar heb ik nog met Rob Rensenbrink gespeeld. Dat was rond 1980. Wat een linkerbeen had die man! Hij was bijna net zo goed als Johan Cruijff. De laatste jaren speelde ik indoor soccer in de Verenigde Staten, onder meer in Los Angeles. Daar zaten in die tijd ook Rinus Michels en Wim Suurbier.

Ik heb het altijd jammer gevonden dat ik niet langer in Nederland heb gespeeld. Wat een fantastisch land hebben jullie! Feyenoord is een schitterende club en Rotterdam is een prachtige stad. Wil je alle Feyenoorders van mij de hartelijke groeten doen?"