Rein Boomsma was op 30 april 1905 de eerste international die een assist op zijn naam schreef. De rechtsbuiten van Sparta bezorgde de bal uit een hoekschop bij Eddy de Neve die Oranje tegen België op een 2-1 voorsprong zette. Die actie maakte Boomsma uiteraard meteen recordhouder en die titel behield hij totdat Ferry van der Vinne bijna twee jaar later hem afloste.
Caius Welcker was de eerste 'echte' recordhouder. Met zijn derde assist in 1908 stootte hij Van der Vinne van de troon en het zou tot 1922 duren voordat Dé Kessler hem aftroefde met zijn negende assist. Daarna brak het tijdperk van Frank Wels aan. Nog voor de Tweede Wereldoorlog zette hij het record op 23 assists, waaronder de voorzet die in 1934 leidde tot de beroemde zweefkopbal van Beb Bakhuys, en pas in 1957 slaagde Abe Lenstra er in om de nieuwe lijstaanvoerder te worden toen hij zijn 24e assist liet aantekenen.
De Fries tilde het record de nieuwe eeuw in: hij mocht zich bijna 55 (!) jaar de assist-koning van Oranje noemen, totdat die eer in 2012 Wesley Sneijder te beurt viel. Op 12 oktober 2025 loste Memphis Depay hem af. Als hij net zo lang stand houdt als Lenstra dan kent Nederland pas in het jaar 2081 zijn opvolger als nummer één in het assist-klassement.